Skip to content

Van goed stolsel naar slecht stolsel

Benen in het water, herken de signalen en symptomen van een bloedprop in het been

Het begrijpen van DVT kan je helpen om het voor te blijven

Bloedstolsels zitten overal

We hebben allemaal weleens met eigen ogen een bloedstolsel in actie gezien. Iedere keer dat je bloed ziet bij een wondje of als je een blauwe plek opmerkt, betekent dat, dat er een gaatje zit in de wand van een van je bloedvaten. Je lichaam vormt dan natuurlijk een beschermende laag die je bloedvat weer afsluit van de buitenwereld. Als je een korstje ziet ontstaan, kijk je eigenlijk naar een bloedstolseltje bovenop je huid. 

Daarom zijn bloedstolsels zo belangrijk; ze zijn de manier waarop je lichaam een beschermlaagje aanbrengt om de wand van je bloedvat weer te sluiten. Zonder bloedstolsels zouden we een simpel sneetje of schaafwondje niet overleven. 

Hoe de stolsels ontstaan, van bloedplaatjes tot fibrine

Wat gebeurt er als je bloed begint te klonteren en een stolsel vormt? 
Op het moment dat je lichaam een opening in de vaatwand opmerkt, worden er bloedplaatjes naar de gewonde plek gestuurd om daar een afsluiting te worden. Als dat niet genoeg is om de bloeding te stoppen, zal je lichaam een proces in gang zetten dat de ‘stollingscascade’ heet, waarbij miljoenen eiwitten zich verzamelen en strengen vormen die we fibrine noemen. Fibrine weeft dan een web-achtige structuur die de afsluiting van de bloedplaatjes verstevigt.

Omdat de stollingscascade steeds meer nieuwe fibrineaanmaak blijft opwekken, groeit het stolsel. Je wilt echter op enig moment wel dat dat proces stopt, voor het te veel van het goede wordt. 

Bloedstolsels moeten niet te lang blijven

Het lichaamsstelsel hoort een gezond evenwicht te kunnen houden tussen eiwitten die de bloedstolsels opbouwen en weer afbreken, waardoor ze niet alleen het bloedstolsel kunnen vormen, maar het ook weer af kunnen breken als het gedaan heeft waar het voor bedoeld was. In bepaalde gevallen kan dit evenwicht verstoord worden, waardoor je lichaam het bloedstolsel blijft aanvullen en het een bloedstolsel wordt (en waardoor het dus groeit). Het verkleinen van de risicofactoren voor bloedstolsels.

Dit kan een serieus probleem worden als er zich een bloedstolsel vormt in een slagader, of, in het geval van trombose, in een ‘diepliggende ader’. 
Diepliggende aderen zijn vooral belangrijk omdat ze direct naar de grootste lichaamsaderen leiden, de venae cavae, die weer recht naar je hart en van daaraf naar je longen gaan.

Als hier een prop ontstaat, noemen we dat diep-veneuze trombose (DVT). DVT ontstaat meestal in de kuit, de dij of het bekken/de lies, hoewel het ook kan voorkomen op andere plaatsen, zoals de arm of de borstkas. 

Het goede nieuws is, dat de aandoening te behandelen is, vooral als deze snel ontdekt wordt. Je kunt meer lezen over de symptomen waar je op moet letten in het artikel ‘Waarschuwingssignalen voor diep-veneuze trombose en longembolie’ 

Als je denkt dat je misschien DVT hebt, maar die diagnose nog niet hebt gekregen, neem dan contact op met je arts.

Stolsels die loslaten kunnen complicaties veroorzaken (LE)

Diep-veneuze trombose (DVT) kan een longembolie (LE) veroorzaken, die levensbedreigend kan zijn als hij niet snel wordt behandeld. Let op: artsen en verpleegkundigen verwijzen vaak naar de combinatie van diep-veneuze trombose en longembolie als ‘veneuze trombo-embolie’ of VTE. Zie voor een overzicht van al het jargon dat je moet kennen ‘vloeiend DVT-taal spreken’

Het eerste waar we ons zorgen over maken in het geval van DVT is het ontwikkelen van een longembolie. Normaal gesproken pakt ons lichaam een stolsel aan door het gewoon op te lossen, maar als dat het lichaam niet op tijd lukt, kan een stukje van die prop (een embolie) loslaten en zich door de bloedbaan gaan verplaatsen. Omdat het bloed in een tijdsbestek van een paar seconden door ons lichaam gepompt wordt, kan een embool zich tamelijk snel verplaatsen en komt hij via de rechterkant van het hart terecht bij de longen. 

Een grotere prop kan uiteindelijk de bloeddoorstroming naar een groter deel van de long blokkeren, terwijl een kleinere prop door kan schieten tot onderin en daar een kleiner deel van de long kan blokkeren, waardoor een longembolie ontstaat. In beide gevallen is het aangedane deel van de long niet meer in staat om zuurstof te leveren aan het lichaam. 

DVT is een ernstige aandoening, maar het is zowel te voorkomen als te behandelen. Als je begrijpt wat DVT is, kun je daarmee het risico verkleinen dat je het krijgt of het zich laat ontwikkelen tot een longembolie (LE). Zoals altijd geldt : als je vragen hebt, neem dan contact op met je arts.

Heeft dit artikel je geholpen?